De 50 mijl van Sint Annen
‘Van
klòkkestoule noar peertil en din nog'n klaain stukie verder.’
(van klokkenstoel naar paardentil en dan nog een klein stukje verder)
(van klokkenstoel naar paardentil en dan nog een klein stukje verder)
50 mijl is 83 kilometers lang, die in twaalf uur tijd gelopen moeten worden.
Voordat ik op een wachtlijst kwam, werd op de site van de Deutsche Ultramarathon-Vereinigung (DUV) nagekeken wat mijn prestaties van de afgelopen twee jaar zijn. Minimaal twee 50KM wedstrijden, gelopen binnen 7 uur, waren vereist.
voelde ik me best wat vereerd om in dit selecte gezelschap,
dat zich voorbij de marathon durft te begeven, mee te doen.
Ik had me natuurlijk ruimschoots gekwalificeerd, maar wist niet dat dit ook in Duitsland stond geregistreerd...
Anoniem was ik al niet meer, maar ik heb in Duitsland nog nooit gelopen!...
En Sint Annen ligt – voor de duidelijkheid- gewoon in Groningen.
Ik nam me voor om in ieder geval de eerste twee ronden van een soort klaverblad te lopen,
die samen precies een marathon vormden, omdat ik net zo’n beetje hersteld was van een rugblessure.
Omdat ik het snelst weer pijnloos kon lopen op mijn Skechers Go Ultra’s,
beschouwde ik ze als mijn beste loopmaatjes, die moeiteloos op zowel harde als onverharde ondergrond niet alleen mijn beste beentje voorzetten.
Er was geen markering, alleen een GPS track, die met wat hulp van de geweldige organisatie ook ‘Aede’proof was.
Het was even wennen dat de kaart op mijn Forerunner niet draaide, zoals de Tom Tom in mijn auto.
Maar een pijltje gaf duidelijk aan welke windrichting ik volgde en wanneer ik van het padje af was.
Onderweg liep ik op het kompas, had intussen géén idee waar ik me bevond.
Ik wist ook niet welke afstand ik had gelopen of hoe snel ik liep.
Een echte test om te bepalen hoe het met mijn tempogevoel gesteld is en hoe het met mijn vorm gesteld is, 10 dagen na mijn laatste marathon in Drouwen bij de dfwrunners.
Alle metingen zouden op mijn GPS-horloge worden vastgelegd om later terug te lezen.
De eerste ronde van ca. 21 km liep ik in een groep van zeven lopers, waaronder Ina Oortwijn, die niet over de route beschikte. Ik was met haar naar Sint Annen gereden om 8 uur ’s morgens om daar om 9 uur te kunnen starten aan haar training voor de 100 km van Winschoten. Haar eerste 50 Mijl.
We spraken af samen te gaan lopen, wat ook een groot deel van de wedstrijd lukte.
Het tempo was 9,5 km/uur en ik merkte dat ik gedurende de marathon wat op de rem liep.
Dat is ook de bedoeling en voelt dus goed. Het parcours was voor het grootste deel vlak en verhard.
Bij de centrale verzorgingspost kon ik geen weerstand bieden aan een roombroodje en moest nodig naar het toilet, waardoor ik met Gerik de derde ronde inging.
Als organisator en racedirector maakte hij nog even een praatje met iemand die uit de wedstrijd was gestapt en moest even later even naar huis bellen, waardoor ik alleen kwam te lopen.
Omdat ik de groep op afstand kon zien, besloot ik een poging te doen het gat dicht te lopen. Ik verhoogde mijn tempo naar wat later rond de 11 km/uur bleek te zijn.
Op het 50 km-punt sloot ik me weer aan bij de groep en zette de tocht voort.
Na 58 km kreeg ik echter steken in mijn zij…
Wandelen was een goede optie, maar mijn lijf protesteerde in de vorm van spierpijn en krampen, dus ik werd genoodzaakt mijn tempo laag te houden en meer te gaan wandelen, in de hoop zo wat uit te rusten. Mijn elete-drankje kwam nu ook van pas, waarmee ik de elektrolyten snel weer aanvulde.
Dat overheerlijke roombroodje was misschien wat te veel in een keer, of had ik de groep te snel ingehaald? Zo voelde het op dat moment niet.
Tijdens deze inzinking vroeg ik me af of het niet beter was na 3 ronden uit te stappen.
Dan is het achteraf fijn als je iemand ontmoet- bedankt Marco Hartman ! -
die snel de omschakeling maakt naar het wandeltempo en dan gewoon later finisht.
Het voelde als een overwinning op mezelf toen ik toch de laatste ronde inging.
Alleen weliswaar, omdat mijn wandeltempo lager was.
Dit was het punt waar ik mezelf tegen kwam en mijn grenzen verlegde.
Vlak voor de finish wachtte nog een verrassing: er moest nog even over een hek geklommen worden en door een weiland geploegd. En vreemd genoeg, gaf deze uitdaging me vleugels om dit grotendeels hardlopend te doen.
De pijn leek niet meer te bestaan. Het zit dus allemaal echt tussen de oren. Wonderlijk.
Moe en voldaan hees ik me in een stoel in de achtertuin van Gerik, waar ook nog een
douche en een hot tub klaar stond en een barbecue.
Zou ik de hot tub ingaan?.... Ja, ik heb het gedaan. Agnes (mijn echtgenote) zal dit niet geloven…
Ik wil ook zo’n ding! Ik moet kennelijk eerst mijn energie kwijt, voordat ik hieraan toe kom. Dit biedt perspectieven. Op naar de 100 km in 2015.
Iedereen bedankt!
Aede Bakker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten