Winschoten,
14-09-2013- Sinds een fantastische Zestig van Texel in april,
speel ik serieus met de gedachte me in te schrijven voor de 100 km solo
van de Run van Winschoten.
Wat bezielt me eigenlijk?!
‘Elke stap geeft tijd om verder te lopen dan je eigen horizon’, zegt de titel
van mijn blog.
Dit levert een wereld op,
die groter is dan ik me voor mogelijk houd.
Ondanks dat ik aan het hardlopen ben, heb ik geen haast.
En in dit perspectief
is het ook niet ongezond. Ik neem de tijd. Dat maakt me sterk.
Grenzen, die onmogelijk lijken om te verleggen, blijken grenzen te zijn tussen
de oren.
Het is een sport om alles uit jezelf te halen, om dit stukje ‘nieuwe wereld’ te
veroveren.
De 100 km uitlopen is het betreden van de ultrawereld. De wereld is
van mij!
Met wat trillende lippen tref ik ’s ochtends vroeg de
laatste voorbereidingen voor de monstertocht, waarvoor ik me een maand geleden
daadwerkelijk heb ingeschreven.
Als de starttijd dichterbij komt, voelt dit als een deadline. Ik ga het echt
doen.
De adrenaline doet zijn werk, maar het lukt me wonderlijk genoeg redelijk kalm
te blijven.
Ik weet dat ik zuinig met mijn energie moet zijn om een kans van slagen te
hebben.
Er tegenop zien doe ik niet, want ik verplicht mezelf tot niets meer dan ‘luisteren
naar mijn lichaam’ en ‘genieten van de run’.
Als dat betekent dat ik na bijvoorbeeld zes rondes uitstap, zal ik dat doen
omdat ik heel wil blijven. Gaan voor de volle 100 km is op dit moment nog een
droom.
Er vanuit gaan dat je het kunt vind ik onzinnig. Macho gedrag helpt hier niet.
Het is de kunst om elke keer weer opnieuw onderweg te gaan ontdekken wat de
mogelijkheden zijn. Wat er ook gebeurt, ik kom daarbij altijd mezelf tegen.
Het regent en dat zal het bijna de hele dag blijven
doen.
We rijden door half Winschoten voor we in het park, zo’n 500m na de start,
de plek vinden voor de verenigingstent. Als de shelter wordt opgezet, speld ik
mijn startnummers vast, om me daarna wandelend richting de start te begeven.
Ik vraag nog even hoe laat het is en laat de organisatie los met het
overhandigen van mijn mobieltje. De wedstrijd is nu echt begonnen.
In het startvak tref ik een aantal bekenden. Ik word
van alle kanten van de laatste tips voorzien. Rustig starten is de
belangrijkste tip. Geen nieuwe, wel één die ik voor mezelf blijf herhalen,
omdat het lastig is om mezelf er aan te houden.
Luisteren naar je lichaam is meer dan een gevoelskwestie. Ervaring is
belangrijk.
Dat betekent ook rationeel zijn. Weten uit ervaring dat een ‘trage’ start de
enige optie is.
Het wordt mijn debuut op de 100 km, dus zal ik eerst maar eens de 70 à 80 km
moeten zien te halen, voor ik nog überhaupt mag denken aan 100 km.
En dat is in
mijn geval verder dan ik ooit gekomen ben. We gaan dus eerst maar eens starten.
Het startsschot klinkt om 10:00 uur. De wedstrijdklok
loopt.
Een stroom van 76 lopers zet zich in beweging.
De eerste ronde loop ik zonder
drinkgordel. Ik loop iets sneller dan ik in de training doe,
maar nog wel op de
rem.
Na de tweede ronde loop ik door op dit tempo.
Ik heb tot 50 km een marge van 4
minuten op mijn snelst mogelijke schema van 6:20/km.
Bij 53 km krijg ik mijn eerste dip.
Dit signaal neem ik
serieus en ik ga een stukje wat langzamer lopen.
Als ik de 60 km voorbij ben
vraag ik me af welke tijd ik in Texel heb gelopen op deze afstand…
Ik besluit
nu weer langzamer te gaan lopen, maar nu voordat mijn lijf dit aangeeft.
Eerst
de 80 halen, niet op het gps-klokje lopen, maar zelf het tempo kiezen.
Zonder
echte problemen passeer ik zo de 70 en ook de 80.
Mentaal voel ik me sterk en mijn benen zijn goed. Ik blijf soepel.
Ongelooflijk.
Nu doorgaan, niet overmoedig worden, maar gewoon uitlopen die
race!
Bij 87 km slaat de vermoeidheid toe en ook al hoor ik het advies van iemand om
nu niet te gaan wandelen, doe ik dit toch een stukje. Een 100m verderop zet ik
mezelf weer in beweging.
Ik tel nu voor het eerst de kilometers af. Het wordt even knokken.
Ga door. Het publiek, maar ook de lopers onderweg zijn de hele dag een enorme
steun.
Veel kinderen krijgen onderweg een high five
en zo geef ik hen een stukje waardering terug. Helaas voor andere
kinderen pak ik geen bekertjes water onderweg aan.
Ik heb drinken bij me en ga
langs de verzorgingspost voor banaan of ontbijtkoek en warme bouillon is ook
lekker. Want echt warm is het niet, vooral na enkele flinke regenbuien.
Een spons heb ik ook niet echt nodig.
De laatste loodjes. Na 90 km weet ik dat ik de 100 km
ga halen!
Ik neem een korte pauze in onze tent en ga rustig verder. Alles gaat
goed.
Doorgaan, niet te snel. Na de laatste bocht loop ik uit naar ca. 12
km/uur om iedereen te laten zien dat ik nog leef.
En ik heb nog stiekem een pr op de 60 km gelopen in 6:15:58…
Ik ben verwonderd over hoe ik dit heb gedaan. Zo ver en ook een vlakke race :
100 km in 11:02:11. Wauw! Niet gedacht dat ik het werkelijk in me had.
Ik loop in alle opzichten verder dan mijn horizon…